Art 88 BW 1, maar zo zijn we toch niet getrouwd?!

In Nederland kun je – uiteraard binnen het wettelijk kader- op vele manieren regelen hoe je in het huwelijk omgaat met de verdeling van ieders vermogen en inkomen. Volledig in gemeenschap van goederen (zoals deze gold vóór 1-1-2018), met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen (zonder enige verrekening) of allerlei varianten hierop.

Maar ongeacht hoe je zaken geregeld hebt, mag je op grond van artikel 88 BW 1 sommige dingen alleen maar regelen met toestemming van de echtgeno(o)t(e). Denk bijvoorbeeld aan:

  • De verkoop van de eigen woning;
  • Het belasten van de eigen woning met een hypotheekrecht.
  • Het doen van bovenmatige giften.
  • Het afgeven van een borgstelling (anders dan in de normale uitoefening van beroep of bedrijf)

Deze wet is er om de rechtspositie van de andere echtgeno(o)t(e) te beschermen. Ontbreekt toestemming dan kunnen deze handelingen door de andere echtgeno(o)t(e) worden vernietigd.

Op zich logisch dat er in bepaalde situaties rechtsbescherming is voor de huwelijkse partner. Echter, soms kan dit tot vreemde situaties leiden, maar wel met verstrekkende gevolgen.

Zonder uitputtend te zijn enkele praktische voorbeelden:

Verkoop van de eigen woning
Jan en Cindy zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting. Cindy is toentertijd in het huis van Jan gaan wonen dat hij al voor die tijd in zijn bezit had. Na enkele jaren besluiten ze samen een woning te kopen. Jan heeft zijn woning spoedig verkocht. Cindy dient tot haar verbazing hiervoor bij de notaris toestemming te geven. Het feit dat de woning van Jan is en zij onder koude uitsluiting zijn gehuwd is voor art 88 BW 1 echter niet relevant.

De bovenmatige schenking aan zoon
Klaas is gescheiden en hertrouwt met Trudy. Klaas wil zijn zoon uit een eerder huwelijk een schenking doen van € 100.000 voor de eigen woning. Ook hier geldt dat toestemming nodig is van de echtgenote Trudy en daarmee dus van de stiefmoeder van de zoon van Klaas. Dat kan vreemd voelen gezien de familieverhoudingen. Voor art 88 BW 1 is dit niet relevant. Er is immers sprake van een (hoogstwaarschijnlijk) bovenmatige schenking binnen een huwelijk.

De garantiestelling door een advocaat
Een advocaat is bewindvoerder bij een bedrijf met betalingsproblemen. Hij schrijft de leveranciers aan met het verzoek toch te leveren. Hij zal ervoor zorgen dat wordt betaald. Later gaat het bedrijf alsnog failliet en de advocaat wordt aangesproken door de niet betaalde leveranciers. Hij stond toch garant! De echtgenote van de advocaat roept vernietiging in van deze garantstelling. Voor een dergelijke zekerheidstelling is toestemming van haar nodig en dergelijke activiteiten vallen voor een advocaat niet in de normale uitoefening van zijn beroep. De Hoge Raad geeft haar uiteindelijk gelijk.

Art 88 BW 1 kan dus vergaande gevolgen hebben, het is dus zaak oplettend te zijn. Beter een handtekening te veel dan te weinig. Al is dat laatste -zo blijkt uit de laatste casus- ook weer afhankelijk van het feit aan welke kant van de tafel je zit.

Geschreven door

Peter Seuren

Partner