Door de vermogensbeheerders het bos niet meer zien……

In Nederland zijn ongeveer 140 ondernemingen met een vermogensbeheervergunning die zich richten op Nederlandse cliënten. Binnen deze groep is er natuurlijk grote diversiteit met grote verschillen in beleggingsfilosofie en beleid, maar ook omvang, werkwijze en kosten. Van algemene grootbank tot kleine nichespeler. Hoe selecteert u uit al deze vermogensbeheerders de voor u juiste partij?

Als vermogensregieadviseur adviseren en begeleiden wij onze relaties ook bij deze keuzes.

Wij beoordelen continu vermogensbeheerders en ontwikkelingen in de markt en selecteren op objectieve wijze de voor u juiste vermogensbeheerder. De eerste vraag hierbij is: ‘Welke soort vermogensbeheerder past qua aard en beleggingsbeleid het beste bij uw wensen en doelstellingen?’ De vervolgvraag is dan: ‘Welke beheerder in die groep levert het beste product?’.

We zien dat mensen bij de keuze voor een vermogensbeheerder zelden een echte analyse maken. Veelal wordt zonder echte vergelijking gekozen voor de huisbankier, of wordt ook –bijvoorbeeld op aanraden van een kennis– nog gesproken met een andere vermogensbeheerder. Om vervolgens op basis van een enkel gesprek in goed vertrouwen een significant vermogen toe te vertrouwen aan een partij om mee te gaan beleggen. Dat is dan vaak een grootbank, want een bekende naam is dan toch vertrouwd.

Het maken van een relevante analyse blijkt in de praktijk ook behoorlijk lastig, zelfs ook voor ons. Niet zozeer door de complexiteit van de materie, hetgeen door vermogensbeheerders maar al te graag wordt benadrukt en in stand gehouden. Maar het is vooral lastig door gebrek aan werkelijke transparantie bij veel vermogensbeheerders en gebrek aan bereidheid om werkelijk objectief vergelijkbare informatie te verstrekken.

Het devies: doorvragen. Wees kritisch op verstrekte informatie en wees ook vooral alert op welke informatie niet wordt verstrekt.

Onderstaande laat –zonder uitputtend te willen zijn– zien dat het maken van een selectie de nodige aandacht en scherpte vereist.

Heel veel beheerders zijn de beste!

Veel vermogensbeheerders geven middels gelikte presentaties met mooie grafieken en getallenreeksen aan de beste keuze te zijn. Zij hebben dan ook niet voor niets de beste analisten in huis voor het doen van research naar de kansen in de markt. Maar wat is het werkelijke netto rendement van al die inspanningen en research? Als we rendementen van vermogensbeheerders over meerdere jaren vergelijken met algemene marktrendementen blijkt keer op keer weer dat vrijwel geen enkele vermogensbeheerder langjarig betere rendementen dan de markt kan presenteren. Het werkelijke rendement van de wereldmarkt wordt vaak ook niet opgenomen in de gepresenteerde informatie. We bemerken bij partijen vaak weerstand bij het overleggen van gegevens over de trackrecord, of er wordt een trackrecord over een andere periode overlegd dan gevraagd.

Niet iedere benchmark is een objectieve maatstaf.

Vraag is ook waar je je resultaten mee gaat vergelijken? Wij hanteren in ons selectie- en evaluatieproces voor iedere portefeuille van een beheerder dezelfde vergelijkingsmaatstaf (benchmark) bestaande uit breed samengestelde index voor aandelen en/of obligaties passende bij het risicoprofiel. Op deze wijze kunnen diverse portefeuilles met een vergelijkbaar risico voor langere tijd worden vergeleken met de markt, maar ook met andere beheerders.

In de praktijk zien we dat diverse aanbieders hun eigen index samenstellen, deze tussentijds wijzigen of helemaal geen vergelijk maken. Dit komt het vergelijken van de behaalde resultaten uiteraard niet ten goede.

Maatwerkportefeuille of modelportefeuille?

Voor dienstverlening is maatwerk over het algemeen natuurlijk prima. Ingeval van de beoordeling en keuze voor een vermogensbeheerder ligt dat anders en kijken wij er in principe kritisch naar. Het objectief beoordelen van de historische rendementen wordt een hachelijke exercitie. Immers, als iedere relatie van een vermogensbeheerder een maatwerkportefeuille heeft zeggen gepresenteerde historische rendementen niet veel? Want van welke portefeuille worden de historische rendementen getoond? Dat zal in ieder geval niet de slechtst presterende zijn.

Welke risicoprofiel?

Vermogensbeheerders brengen voor hun klanten de risicobereidheid in beeld. De ene klant kiest voor behoud van vermogen en wil weinig risico. De andere klant kiest voor een hoog risico en de kans op een hoog rendement. Op basis van deze risicobereidheid wordt de klant in een risicoprofiel ingedeeld. Ieder profiel kent een verdeling tussen aandelen, obligaties en eventueel aanvullende categorieën. Beheerders kunnen echter ook, afhankelijk van hun mandaat, variëren binnen bandbreedtes voor de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën. Het is voor beleggers daarom moeilijk om de risicoprofielen van vermogensbeheerders met elkaar te vergelijken, en daarmee ook de behaalde rendementen. Een defensief profiel bij de ene vermogensbeheerder is niet hetzelfde als een defensief profiel bij de ander. Zo kan het op het eerste gezicht lijken dat een bepaalde portefeuille het bij de ene beheerder beter heeft gedaan, maar verdere analyse laat zien dat dit echter simpelweg is te verklaren door het nemen van meer risico. Meer risico betekent echter ook een grotere kans op verlies.

Kosten: direct, maar ook nog indirect.

Kosten zijn van grote invloed op het netto beleggingsrendement van een beheerder. Zeker omdat ons in de praktijk blijkt dat beheerders bijna nooit in staat zijn om langjarig de markt te volgen, laat staan te overtreffen. Bij hoge kosten blijft er voor de belegger simpelweg minder over onderaan de streep. Als twee beheerders met hetzelfde beleid in dezelfde markt beleggen zal de beheerder met de minste kosten dus logischerwijs een beter netto rendement realiseren. Op langere termijn heeft dat negatieve gevolgen voor uw vermogen. Ingeval van extra (en onnodige) kosten van 1% per jaar ontstaat een verschil in vermogensgroei van -/-9% na 10 jaar en zelfs -/-25% na 30 jaar. Kosten bestaan niet alleen uit aan de vermogensbeheerder betaalde fee (vaak een percentage over het vermogen), maar er zijn ook vaak indirecte kosten. De door de beheerder aangekochte beleggingsfondsen kennen immers ook een kostenbelading. Deze kosten tezamen vormen de totale kosten. Dit totale kosten niveau zit momenteel bij benadering tussen de 0,5% en de 2,5%. Hedgefunds kennen zelfs vaak een nog hoger kostenniveau. Het zal u gezien bovenstaande niet verbazen dat de beheerders met een hoge kostenbelading veelal niet goed performen. Dit wordt eveneens recent nog onderstreept door topbelegger Warren Buffet. Hij stelt dat de rendementen van dure fondsbeheerders over het algemeen te wensen overlaten (‘Beheerders worden rijk en niet de klanten’).

Na het lezen van dit artikel kunnen we ons voorstellen dat u door de vermogensbeheerders het bos niet meer ziet. Bij het selecteren en beoordelen van vermogensbeheerders hanteren we dan ook de volgende toetscriteria:

  • Beleidstoets:Welke keuze maakt een beheerder voor zijn aanpak? Kiest de beheerder voor een actieve of passieve invulling van de beleggingsstrategie? Opereert de beheerder in een niche? Welke randvoorwaarden en restricties kiest men? Wordt vervolgens ook gedaan wat men zegt? Zo zijn er nog steeds beheerders welke een actieve invulling zeggen te geven, maar vervolgens de index volgen (zogenaamde ‘indexknuffelaars’).
  • RendementstoetsWelke rendementen zijn er de laatste jaren behaald en hoe verhoudt zich dat tot vergelijkbare vermogensbeheerders en de markt?
  • RisicotoetsPast het rendement ook bij het genomen en gewenste risico? Een hoog rendement alleen zegt niet zo veel. En de genomen risico’s dienen ook te passen bij de uitgangspunten van de relatie.
  • KostentoetsHoe is het kostenniveau? We kijken hierbij niet alleen naar de zichtbare kosten (denk aan de beheerfee), maar ook naar de indirecte kosten van de beleggingsfondsen. Is dit alles marktconform en past dit bij de gekozen strategie?
  • OrganisatietoetsHoe heeft de vermogensbeheerder zich georganiseerd? Is men voldoende transparant en is de continuïteit gewaarborgd? Zijn de juiste vergunningen aanwezig? Het Nederlandse vergunningenbeleid en de controle die de AFM en DNB uitoefenen is er met name op gericht te controleren en te waarborgen dat vermogensbeheerders zich aan de wet houden en opereren binnen de financiële regelgeving. Een vergunning zegt derhalve niets over de performance van een vermogensbeheerder en maar heel weinig over de kwaliteit van dienstverlening. Het biedt enige bescherming tegen onheuse praktijken, maar een vergunningstelsel is –zo blijkt uit de praktijk- echter nooit 100% waterdicht en controle is altijd achteraf. Zelf kritisch nadenken blijft daarom altijd noodzakelijk!

Wenst u inzicht en advies bij het selecteren en beoordelen van uw vermogensbeheerder dan helpen we u graag verder.

Download hier het PDF van het artikel

Peter Seuren, Ron van Bergen en Michiel van Haagen

Family Capital Trust