Box 3: actie gewenst voor de peildatum 1-1-2023!

Het zal u wellicht niet ontgaan zijn dat er de nodige ontwikkelingen zijn wat betreft de box 3 heffing. Dit naar aanleiding van het Kerstarrest van de Hoge Raad. Na jarenlang procederen tegen de hoge belastingheffing op spaargeld heeft de Hoge Raad geoordeeld dat met ingang van het jaar 2017 de belastingheffing op spaargeld onrechtvaardig is. De belasting moet dan ook beperkt blijven tot de heffing over het werkelijke rendement.

In de periode 2017 tot 2023 moet rechtsherstel worden geboden. Voor de jaren 2023 tot en met geldt 2025 geldt een overbruggingswet. In 2026 moet een nieuw systeem geïmplementeerd zijn, waarin belasting wordt geheven op basis van het werkelijk rendement.

In dit artikel zal ik mij focussen op de naderende peildatum 1-1-2023. De forfaitaire rendementen over de vermogenscategorieën ‘spaargeld’ en ‘schulden’ worden in de nieuwe wetgeving pas bekendgemaakt in het eerste kwartaal van het opvolgende kalenderjaar. In dit artikel wordt aangenomen dat deze 0,01% resp 2,46% zijn. Alles wat op 1 januari 2023 onder ‘overige bezittingen’ kan worden geschaard, zal worden aangeslagen tegen 6,17%. Het belastingtarief hierover is 32%.

U kunt zich voorstellen dat ‘overige bezittingen’ zullen leiden tot een fors hogere belastingdruk in box 3. Stel, u heeft een beleggingsportefeuille van 1 miljoen euro in privé dan betaalt u in 2023 ruim € 6.000 meer box 3 heffing dan in 2022. En als deze beleggingsportefeuille bijvoorbeeld uit obligaties zou bestaan met een rendement van minder dan 2% dan betaalt u nog steeds meer belasting in box 3 (6,17%*32% = 1,97%) dan dat u aan rendement ontvangt. Ik kan me dan ook voorstellen dat het laatste woord hier nog niet over gezegd is.

Het is daarom verstandig om nog voor 1 januari 2023 in actie te komen. Het is dan ook zaak tijdig naar de samenstelling van uw privévermogen te kijken en hiermee -indien nodig- te schuiven om te komen tot een optimale verdeling.

U kunt hierbij denken aan de volgende acties:

  • Het verkopen van laagrenderende beleggingen (bijvoorbeeld obligaties) in privé en zet deze op een bankrekening;
  • Het tijdig opeisen van vorderingen. Zet deze om in liquide middelen;\
  • Het verkopen van laagrenderende beleggingen (bijvoorbeeld obligaties en vorderingen) in privé aan de BV. De ontvangen liquide middelen komen dan in privé;
  • Het uitlenen van liquide middelen in de BV aan privé. Liquide middelen kennen een aanzienlijk lager fictief rendement dan de in mindering te nemen fictieve rente van schulden;
  • Het storten van kapitaal in de BV. Door de kapitaalstorting in BV verplaatst u het vermogen uit box 3, hetgeen de rendementsgrondslag in box 3 verlaagd.

 

Om misbruik te voorkomen heeft men in de wet maatregelen opgenomen om peiltdatumabitrage te voorkomen. Dit om te voorkomen dat kort rond de peildatum 1-1-2023 overig vermogen kortstondig liquide wordt gemaakt of anders wordt verdeeld in box 3.

Let op! Vastgoed is een bijzondere categorie. Denk bijvoorbeeld aan een vakantiewoning in privé. Bij de verdeling kunnen meerdere factoren spelen, denk hierbij aan de (hoge) overdrachtsbelasting.
Indien voor u relevant, onderneem dan tijdig actie.

Peter Seuren
Partner Family Capital Trust

Geschreven door

Peter Seuren

Partner