De 180 dagen regeling in de successiewet

Door tijdens je leven onbelast of tegen het lage tarief te schenken, verlaag je het toekomstig te vererven vermogen. Als je nu tegen 0% of 10% schenkt en daarmee voorkomt dat dit het vermogen te zijner tijd tegen 20% is belast is dat een aantrekkelijk voordeel. In dat licht lijkt het fiscaal voordelig in het zicht van overlijden nog snel te schenken om daarmee het voorgaande voordeel te behalen.

Er is echter een regeling in de successiewet waardoor dit niet werkt. Over schenkingen binnen 180 dagen voor een overlijden behoeft in beginsel geen schenkbelasting, maar wel erfbelasting te worden betaald. De waarde van de schenking telt dan mee bij de waarde van de nalatenschap. Daarmee wordt het beoogde voordeel teniet gedaan.

Een voorbeeld:

Stel, u schenkt € 150.000 aan uw kind. U overlijdt binnen 180 dagen na de schenking en uw kind erft dan nog € 500.000. De schenking wordt bij de erfenis van het kind opgeteld en de erfbelasting over € 650.000 bedraagt in totaal € 109.481. Stel, dat u na deze periode van 180 dagen zou zijn overleden dan bedraagt de schenk-en erfbelasting in totaal € 93.809. Het beoogde voordeel van € 15.672 wordt bij eerder overlijden dus niet bereikt.

Is het te betalen bedrag ingeval van de 180 dagen regeling dan altijd gelijk aan de schenkbelasting en de erfbelasting tezamen? Door de systematiek van de wet, waarbij een evenredig deel van de betaalde schenkbelasting van de erfbelasting wordt afgetrokken is dat niet altijd zo. Hierdoor kan het beoogde voordeel zelfs omslaan in en nadeel.

Wederom een voorbeeld:

U schenkt aan uw kind in het zicht van overlijden € 50.000. De schenkbelasting bedraagt € 4.328. U overlijdt binnen 180 dagen na de schenking en de nalatenschap is nog € 5.000. De erfbelasting bedraagt dan in totaal € 3.451. De schenkbelasting mag naar evenredigheid worden verrekend, ofwel met een bedrag van € 2.876 (maximale vermindering erfbelasting = schenking/totale verkrijging* verschuldigde erfbelasting = € 50.000/€ 60.000*€ 3.451). Er is echter € 4.328 aan schenkbelasting betaald. Het verschil tussen de betaalde schenkbelasting en verschuldigde erfbelasting van € 1.452 (€ 4.328 – € 2.876) krijgt u van de belastingdienst niet terug. Opgemerkt zij dat in deze situatie schenken sowieso niet zinvol was! Er wordt immers niet optimaal gebruik gemaakt van vrijstellingen en de progressieve tarieven.

Wanneer de schenker in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd, een schenking doet én binnen 180 dagen na de schenking overlijdt, dan moet de ontvanger 50% van de ontvangen schenking bij de nalatenschap tellen. Er is echter een uitspraak van het hof, waarbij een ander standpunt wordt ingenomen. Hierbij is juist van belang uit wiens naam is geschonken.

Als wordt geschonken uit privévermogen dan is dat leidend. Het kan zinvol zijn hiermee rekening te houden en te schenken uit het privévermogen van de (waarschijnlijk) langstlevende. Is geen sprake van privévermogen dan is het zinvol te schenken uit naam van de langstlevende en zich te beroepen op de eerdergenoemde uitspraak van het hof. Het loont in het zicht van overlijden dus om de schenking goed te redigeren.

Tevens zijn er schenkingen welke van de 180 dagen regel zijn uitgezonderd. Dat zijn schenkingen onder de eenmalig verhoogde vrijstelling of aan een goed doel met een ANBI status. Het kan dus zinvol zijn hier in het zicht van overlijden nog gebruik van te maken.

Een schenking in het zicht van overlijden zal dus niet altijd het voordeel geven dat werd beoogd. Door hierbij een aantal zaken in het oog te houden kan mogelijk toch fiscaal voordeel worden behaald.

Family Capital Trust

Peter Seuren

Geschreven door

Peter Seuren

Partner