De vrijgestelde beleggingsinstelling – VBI

Addendum artikel Vrijgestelde Beleggingsinstelling – VBI (3 oktober 2016)

In het belastingplan 2017 zijn een aantal maatregelen aangekondigd die de VBI als structuur aanzienlijk minder aantrekkelijk maken. Het betreft:

  • Direct afrekenen aanmerkelijk belang claim

Tot nu toe kon een VBI worden opgericht zonder dat belasting werd geheven. Voor zover sprake was van een aanmerkelijk belang claim in box 2, kon deze claim worden doorgeschoven naar de VBI. Nu wordt voorgesteld dat de DGA direct 25% aanmerkelijk belangheffing moet betalen over het vermogen dat in de VBI terecht komt. Dat betekent dus dat slechts 75% van het vermogen over blijft om in de VBI te beleggen.

  • Tegengaan Flits VBI

Nog een voorgestelde maatregel is dat box 3-vermogen dat ondergebracht wordt in een VBI waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft niet alleen belast wordt in box 2, maar ook belast blijft in box 3 als dit vermogen binnen achttien maanden weer terugkomt naar box 3. Door deze maatregel wordt de zogenaamde flits-VBI tegengegaan.

  • Koppeling aan tarief box 3

Als laatste maatregel is het automatisch koppelen van het percentage van het forfaitaire rendement uit een VBI aan het voor dat jaar geldende percentage van de hoogste schijf in box 3, ofwel 5,5%. Dit was 4%.

Nu betreft het voorstellen welke nog dienen te worden behandeld in de kamer alvorens wet te worden. Hoe dan ook lijkt het einde van deze fiscaal interessante structuur in zicht.

Beter netto rendement door lagere fiscale druk! Maar past het ook bij u?

Bij grote vermogens denkt men vaak direct aan beleggen en investeren. De structuur waarbinnen dit gebeurd is echter op zijn minst even zo belangrijk. Met andere woorden: worden de gelden in de BV of in privé belegd? Of wordt gekozen voor een van de mogelijke alternatieven?

In dit artikel gaan we dieper in op de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI). Een fiscaal interessante structuur, waaraan wel een aantal duidelijke eisen worden gesteld. Family Capital Trust heeft de kennis en ervaring om te bepalen of een dergelijke structuur voor u interessant kan zijn en of het bij uw situatie past. Tevens regisseren we voor u het proces om de VBI op een goede en efficiënte manier tot stand te brengen. Hierbij beoordelen en bewaken wij ook dat alle samenhangende facetten goed op elkaar (blijven) aansluiten. Ook in de jaren erna. Zo wordt een dergelijke structuur een lust en geen last.

Aan de hand van onderstaande casus laten we een aantal onderwerpen de revue passeren.

Welke structuur past bij uw vermogen?

Ron heeft na jaren hard werken in overleg met zijn vrouw Anja besloten zijn onderneming te verkopen aan een strategische koper. De onderneming is inmiddels verkocht met als mooi gevolg dat er nu € 4.000.000 vrij belegbaar vermogen in zijn personal holding staat.

Kijkende naar hun wensen en doelstellingen is dit bedrag van Ron en Anja ruim voldoende om van te kunnen leven. Zeker als voorzichtig wordt belegd, waarbij een lange termijn rendement wordt nagestreefd van rond de 3-4% per jaar.

Een gedachte van Ron is om het geld in privé te gaan beleggen. Ron en Anja hebben in privé nu ook al een beleggingsportefeuille. Wel is hij dan allereerst een behoorlijk bedrag aan aanmerkelijk belang belasting (box 2: 25%) verschuldigd. Bovendien heeft Ron nog een beperkte pensioenvoorziening in zijn personal holding. Hoeveel vermogen is hier voor nodig? Ron hoort ook over de VBI. Is dat iets voor ons, vraagt hij zich af?

Ron en Anja gaan in gesprek met Family Capital Trust, waarin wij eerst uitleggen hoe de VBI werkt en wat de voor en nadelen zijn.

Vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) als alternatief

Sinds 1 augustus 2007 biedt de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) de mogelijkheid om belastingvrij te beleggen in een vennootschap. De VBI is vrijgesteld van de heffing van vennootschaps- en dividendbelasting. Hoewel bedoelt als instrument om Nederland aantrekkelijk te houden als vestigingsplaats voor de grotere beleggingsinstellingen, is de VBI ook aantrekkelijk voor de vermogende Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) met een substantieel vrij belegbaar vermogen in zijn (holding) B.V. Op dit moment zijn de jaarlijkse rendementen van een reguliere BV belast met vennootschapsbelasting tussen de 20-25%. Een VBI is hiervan vrijgesteld. Dit is het voordeel van de VBI en Ron en Anja hebben hier wel oren naar.

Echter, naast het interessante fiscale voordeel zijn er ook beperkingen en voorwaarden waar rekening mee dient te worden gehouden bij de keuze voor een dergelijke structuur.

  • Toegestane beleggingen

Niet alle beleggingen zijn toegestaan binnen de VBI. Zo mag een VBI niet direct beleggen in vastgoed en in (niet beursgenoteerde) deelnemingen in ondernemingen. Ook is het niet toegestaan (onderhandse) leningen te verstrekken aan de DGA of derden. Tevens kan in een VBI geen pensioenvoorziening worden getroffen. Wel kwalificeren in beginsel de meeste door banken aangeboden beleggingsproducten, zoals spaarproducten, aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, opties en dergelijke. Voor de keuze van de beleggingen is het wel zaak om er rekening mee te houden dat er geen teruggaaf of verrekening bestaat voor de dividendbelasting en de buitenlandse bronbelasting. Dit vormt derhalve binnen de VBI een ‘kostenpost’. Met deze beperkingen kan echter prima rekening gehouden worden.

Voor Ron zijn bovenstaande beperkingen geen bezwaar. Hij is niet voornemens het vrije vermogen in de holding aan te wenden voor vastgoed of deelnemingen, maar is op zoek naar een passende beleggingsoplossing bij een of meer vermogensbeheerders. Fiscaal voordeel komt dan ten goede aan het netto rendement! Family Capital Trust begeleidt ook de invulling van de beleggingsportefeuille (eventueel de keuze van een passende vermogensbeheerder) en kijkt periodiek mee of het beleggingsbeleid VBI proof is. In dat kader is het ook goed scherp te zijn op het feit dat de VBI vrijgesteld is voor de BTW. De vermogensbeheerder dient geen BTW in rekening te brengen. In de praktijk zien we toch nog dat dit niet door alle beheerders wordt toegepast. Dit scheelt 21% over de fee!

Ron en Anja hebben echter wel een pensioenvoorziening in de holding. Deze mag niet worden ondergebracht in een VBI. Bij de oprichting van de VBI dient er dus voldoende vermogen in de Holding achter te blijven ter dekking van de pensioenvoorziening. Family Capital Trust neemt dit in haar advies mee en ziet bij haar begeleiding van het proces ook toe op een goede invulling hiervan.

  • Meerdere aandeelhouders

Ron is de enige aandeelhouder van zijn personal holding. Om te kwalificeren voor de VBI, zijn echter meerdere aandeelhouders nodig. Vaak zijn dit de niet in gemeenschap gehuwde echtgenote of meerderjarige kinderen. Ook kan worden gedacht aan een (op te richten) Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), pensioenstichting of een derde partij. De DGA mag maximaal 90% van de aandelen zelf houden.

Daar er voldoende vermogen is om van te kunnen leven kiezen Ron en Anja ervoor hun dochters een schenking te doen, waarmee zij samen 10% van de aandelen van de VBI kunnen kopen. Op deze manier gaat er alvast vermogen naar de volgende generatie en wordt er in de toekomst naar verwachting erfbelasting bespaard.

De veranderde situatie en het vrijkomende vermogen uit de verkoop van de onderneming zijn sowieso een goed moment eens kritisch te kijken naar de huwelijkse voorwaarden, testament en schenkingsstrategie. Niet alleen kunnen hiermee forse fiscale voordelen worden behaald. Ook kan bijvoorbeeld worden bepaald bij wie een deel van de erfenis terechtkomt (een goed doel of een vriend) of juist niet (de schoonzoon in spe). Zie in dat kader ook ons vorige artikel ‘Estate Planning: na mij de zondvloed…..?’.

  • Forfaitair dividend

Het voordeel van de VBI zit hem in de besparing van de vennootschapsbelasting van 20-25% over het beleggingsrendement. Personen met een aanmerkelijk belang (ofwel > 5% van de aandelen) in een VBI dienen jaarlijks tenminste 4% (vanaf 2017 5,5%) forfaitair dividend in privé aan te geven. Op zich logisch. Men heeft hiermee willen voorkomen dat de VBI zou worden misbruikt om oneindig de heffing van de aanmerkelijk belang claim van 25% op het vermogen uit te stellen. Feitelijk wordt met deze maatregel belasting ‘naar voren gehaald’. Daadwerkelijk uitgekeerd dividend mag echter met deze bijtelling worden verrekend. En als er geen dividend wordt uitgekeerd (of minder dan de forfaitaire 4% – en vanaf 2017 5,5%) dan mag het vermogensdeel van de forfaitaire heffing worden bijgeteld bij de verkrijgingprijs van de aandelen om dubbele heffing in de toekomst – bijvoorbeeld bij liquidatie of verkoop – te voorkomen.

  • Kosten

Voor het oprichten van een VBI dienen eenmalig kosten te worden gemaakt voor notaris, accountant en fiscalist. Tevens zijn er jaarlijks kosten verschuldigd voor de (eenvoudige) financiële administratie en jaarrekening. Het fiscale voordeel (vennootschapsbelasting en BTW voordeel) van een dergelijke structuur dient ervoor te zorgen dat deze kosten op een korte termijn worden terugverdiend. Een dergelijke structuur is dan ook geschikt voor de grotere belegbare vermogens vanaf zo’n € 1.500.000. De adviseur berekent in dit geval de terugverdientijd van de gemaakte kosten op veel minder dan een jaar.

  • Alternatieven

Nu leiden er meerdere wegen naar Rome en zijn er diverse alternatieve structuren met weer andere voor- en nadelen. Het is zaak deze goed de revue te laten passeren alvorens een afgewogen keuze te maken. Het blijft dus maatwerk. Voor Ron en Anja was na de gesprekken met hun adviseur van Family Capital Trust duidelijk dat een VBI structuur voor hen de beste keus is voor een groot deel van hun vermogen. Dit ondanks de fiscale kaders.

Drs. Peter Seuren FFP RB
Partner Family Capital Trust