Lage rente en het belastingplan 2017: wat nu?

Het belastingplan 2017 leidt bij de hogere vermogens tot een fors hogere belasting op vermogen. Tegelijk is de spaarrente zeer laag. Hoe hiermee om te gaan?

Stel, u heeft een aanzienlijk vermogen op de privé spaarrekening. Het zal u dan niet zijn ontgaan dat met sparen weinig rendement wordt behaald. Momenteel ontvangt u op een gemiddelde spaarrekening rond de 0,5%. U dient echter ook nog rekening te houden met een belastingdruk van 1,2%. Hierbij wordt uitgegaan van een forfaitair rendement van 4%. Met andere woorden, de fiscus gaat er vanuit dat een rendement van 4% behaald wordt. Dit fictieve rendement wordt vervolgens belast tegen een tarief van 30%.  Resultante is dat meer dan de ontvangen rente naar de fiscus gaat, namelijk 1,2%! Sparen wordt hiermee een verlieslatende exercitie.

Het is niet meer voor te stellen dat bij de introductie van het huidige belastingplan box 3 een ‘pret-box’ werd genoemd. Reden was dat toentertijd een rendement van 4% makkelijk haalbaar zou moeten zijn. In de wereld van nu lijkt dit geen houdbaar standpunt meer. Er is dan ook veel kritiek op de huidige systematiek.

Vanaf peildatum 1 januari 2017 zal het anders worden aangevlogen. Hierbij wordt het box 3 vermogen progressief belast:

Vermogen forfaitair rendement belastingtarief belastingdruk
0-25.000 vrijgesteld 30% 0%
25.000-100.000 2,91% 30% 0,87%
100.000-1.000.000 4,69% 30% 1,41%
1.000.000 en meer 5,5% 30% 1,65%

 

De achterliggende gedachte voor het hogere forfaitaire rendement bij een hoger vermogen is de veronderstelling dat bij hogere vermogens meer risico zal worden genomen, hetgeen leidt tot een hoger rendement. Het behoeft geen uitleg dat ook deze systematiek op veel kritiek stuit.

Wat nu te doen? Zonder uitputtend te zijn geven we u een aantal overwegingen mee. Wat zou passen is uiteindelijk afhankelijk van uw persoonlijke en financiële situatie.

  • Hogere spaarrente

U kunt natuurlijk op zoek naar de aanbieder met de hoogste spaarrente. Dit zal naar verwachting misschien enkele tienden meer opleveren. Dat is mooi meegenomen, maar zal momenteel weinig zoden aan de dijk zetten. Wees hierbij vooral scherp op eventuele opnamekosten en -beperkingen en of de partij onder het depositogarantiestelsel valt. Bedenk ook dat de keuze voor een onbekende buitenlandse partij die u iets meer rente beloofd ook extra risico met zich meebrengt. Staat die extra rente wel in verhouding tot het extra risico? Meer risico strookt waarschijnlijk niet met uw keuze voor sparen in plaats van meer risicovolle beleggingen.

  • Fiscaal vriendelijk sparen

Om investeringen in milieuvriendelijke projecten te stimuleren, geeft de overheid een belastingvoordeel op groene beleggingen en spaarproducten. Er geldt voor ‘groene’ beleggingen een extra vrijstelling van €57.213 (2016) bovenop de bestaande vrijstelling in box 3. Partners kunnen de vrijstelling overdragen, waardoor voor hen een dubbele vrijstelling geldt. Daarnaast geldt een extra heffingskorting (korting op uw belasting) voor groen beleggen van 0,7% over de benutte vrijstelling in box 3. Op deze wijze is er sprake van een besparing ter grootte van de vermogensrendementsheffing en de extra heffingskorting, ofwel rond de 2%. Gezien de progressie van de vermogensrendementsheffing in 2017 (hoe meer vermogen, hoe hoger de belastingdruk) zal het voordeel toenemen naarmate het vermogen toeneemt. Gerekend in absolute euro’s zal ook dit voordeel beperkt zijn tot maximaal ca. € 2.500,=. Een aardig voordeel, maar bij grote vermogens natuurlijk wel marginaal.

  • Het risico verhogen
    • Beleggen op de beurs
      Ook kunt u de spaargelden risicovoller aanwenden, bijvoorbeeld door in aandelen te gaan. Naast een mogelijk hoger rendement brengt dit ook een hoger risico met zich mee. Het klakkeloos verhogen van het risico met simpelweg als doel het nastreven van een hoger rendement, zou nog weleens kunnen zorgen voor de spreekwoordelijke ‘deksel op de neus’. De laatste jaren is het goed gegaan, maar de crisis van 2008 is nog niet zo lang geleden. Beleggen gaat nu eenmaal gepaard met een grillig rendementsverloop. Dit betekent de kans op een hoog rendement, maar ook verlies.
    • Beleggen in onroerend goed
      Een veel gehoord alternatief voor beleggen op de beurs is het beleggen in onroerend goed. Dit kan direct of indirect via verschillende type vastgoedfondsen. Dit kan zeker een goede beleggingscategorie zijn. Als directe vervanger voor spaargeld geldt hiervoor echter hetzelfde als beleggen op de beurs. U verhoogd hiermee uw risico aanmerkelijk. Uw geld zit over het algemeen lang vast en beleggingen in vastgoed kennen net als aandelen forse waarde schommelingen.Het is in dit verband ook goed om u er van bewust te zijn dat de huidige lage rente juist een van de redenen is voor de actuele hoge waarderingen van aandelen, obligaties en vastgoed.
  • Aflossen eigen woningschuld in box 1, of het kopen van een duurdere eigen woning met eigen spaargeld.

Als u een lage rente op spaarrekeningen ontvangt, kan gedeeltelijke of gehele aflossing van de hypotheekschuld voordelig zijn. De eigen woning en de bijbehorende schuld behoren toe aan box 1. Door af te lossen met spaargeld tellen deze gelden niet mee voor de grondslag voor de heffing in box 3. Of aflossen daadwerkelijk zinvol is hangt tevens af van uw hypotheekrente, WOZ waarde van de woning en het percentage waartegen de rente in box 1 wordt afgetrokken. Houdt ook rekening met een eventueel te betalen boeterente. Daarnaast betekent aflossen van de eigen woningschuld dat over dat deel de renteaftrek niet meer herleefd; eenmaal afgelost blijft afgelost is de fiscale hoofregel. Tevens beperkt aflossing van de eigen woningschuld de flexibiliteit van uw vermogenspositie. Een goede berekening en afweging zijn dan ook gewenst alvorens tot aflossing over te gaan.

Bij de koop van een duurdere eigen woning kan ook eigen spaargeld worden ingezet, zodat deze buiten de grondslag van box 3 vallen.

  • Schenken

Gezien het progressieve karakter van de box 3 heffing (hoe meer vermogen, hoe hoger de belastingdruk) lijkt het (belastingvrij) schenken van vermogen eveneens een manier om de grondslag te verlagen, maar óók de totale belastingdruk op het totale vermogen te nivelleren. Het vermogen wordt immers verdeeld over meerdere personen. Schenken krijgt hiermee naast het besparen van erfbelasting een nieuwe dimensie!

  • Gelden onderbrengen in vennootschap

Ook kan worden overwogen de gelden vanuit privé in een Besloten Vennootschap (BV) onder te brengen. Zo kent een BV een belastingdruk van zeg 40% – 43,75% over het daadwerkelijk behaalde rendement. Bij lage rendementen kan dit aanzienlijker interessanter zijn dan de heffing in box 3. Een eenvoudig voorbeeld laat dit zien.

 

Privé BV
hoofdsom  €1.000.000  €1.000.000
rente 0,5%  €5.000  €5.000
belasting
box 3 (stel 1,3%)  €13.000  nvt
Vennootschapsbelasting (stel 20%)  nvt  €1.000
Winst na VpB BV  nvt  €4.000
Aanmerkelijk belang box 2 (25%)  nvt  €1.000
 €-/-8.000  €3.000

 

Ook kan het interessant zijn gelden periodiek te verschuiven van privé naar de vennootschap en weer terug. Ook wel ‘boxhoppen’ genoemd. Op deze wijze kan men de peildatum 1 januari voor box 3 binnen het wettelijke kader handig omzeilen. Wettelijk is bepaald dat de gelden minimaal 6 maanden in de vennootschap dient te blijven.

Dit ‘boxhoppen’ kan ook met de Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI). Het ‘boxhoppen’ met de VBI wordt echter aangepakt. Vanaf 2017 is voorgesteld als antimisbruikbepaling dat het vermogen ten minste 18 maanden in de VBI wordt ondergebracht. Bij een kortere periode wordt het vermogen ook in box 3 in aanmerking genomen. Tevens geldt dat het percentage dat als forfaitair rendement uit de VBI in box 2 in aanmerking dient te worden genomen wordt gekoppeld aan het percentage van de hoogste schijf in box 3 (was 4%, wordt 5,5%).

Overigens heeft de politiek ten aanzien van de VBI meer voorstellen gedaan om de VBI als structuur an sich minder aantrekkelijk te maken. Wat ons betreft heeft de VBI als structuur hierdoor veel van zijn glans verloren, zie ook het addendum bij ons eerdere artikel van 29 juni 2016 over deze structuur. Raadpleeg bij dergelijke constructies altijd een financieel/fiscaal adviseur en houd bij het bepalen van het voordeel ook rekening met de diverse kosten.

Tot slot

Sparen is momenteel een verliesgevende exercitie, maar met behulp van een voor u passende vermogenstructurering kunnen wel (soms zelfs aanzienlijke) voordelen worden gerealiseerd.

Bovendien is het goed om u te realiseren dat spaargeld als beleggingscategorie als onderdeel van uw mix aan beleggingen ook een eigen en waardevolle functie heeft. Deze functie raakt door huidige actuele rente en de fiscale behandeling hiervan logischerwijs vaak ondergesneeuwd. Spaargeld geeft u flexibiliteit, omdat u er snel over kunt beschikken. Het dempt uw overall risicoprofiel door het hele beperkte koersrisico en omdat het u de ruimte geeft op enig moment in andere beleggingscategorieën met een lange horizon te beleggen. Een laag en actueel zelfs vaak negatief netto rendement op spaargelden is hierdoor voor u misschien een acceptabele prijs en de beste keuze.

We helpen u graag verder.

 

Peter Seuren

Partner Family Capital Trust